Hey there! I'm using WhatsApp! (Part 1 of 2)
Written by Dirk Eggermont
Part 1 of 2: In this post, LESLLA teacher Dirk Eggermont writes about his experiences with distance teaching through WhatsApp in Belgium. In part 2, he interviews his LESLLA students on their experiences. (Read Part 2 here.)
Courtesy of Tijdschrift Les. This blog has been published before as two articles in volume 215 of Tijdschrift Les, Dutch/Flemish professional magazine for Dutch as a Second Language & LESLLA education.
————-
Deel / Part 1
Hey there! I am using WhatsApp!
Afstandsleren in de Vlaamse Basiseducatie
In deel 2 vindt u een interview met drie alfa-cursisten uit het Centrum voor Basiseducatie (CBE) Gent-Meetjesland-Leieland. Ze vertellen over hun ervaringen met een WhatsApp-groep die door hun docent tijdens de corona-lockdown werd aangemaakt. Dit artikel is het verhaal van hun docent, een alfadocent die in crisistijd in contact wil blijven met zijn cursisten en hen probeert te informeren over de situatie. Op zijn centrum werd ervoor gekozen om in coronatijd de cursisten lesmateriaal aan te reiken, zowel digitaal als op papier. Lesredacteur én alfadocent Dirk Eggermont over mogelijkheden en mislukkingen van afstandsleren in de Vlaamse basiseducatie.
‘Hallo, alles goed?’
12 maart 2020 is mijn laatste lesdag. Ik neem halsoverkop afscheid van een handjevol cursisten die nog naar de klas zijn gekomen alvorens te verdwijnen in hun bubbel. De lessen worden door de directie opgeschort. Docenten blijven thuis en gaan ‘telewerken’. Via een Google Meet krijgen we op 16 maart onze richtlijnen: eerst en vooral onze cursisten telefonisch contacteren en vragen hoe zij overleven tijdens de lockdown.
Goed, daar gaan we: smartphone in de aanslag en met een speciale Proximus-code (noot 1) ‘anoniem’ bellen naar mijn klas. Ik moet glimlachen als ik cursisten heel schuchter ‘Hallo?’ hoor vragen, met tegelijk het gejoel van een bende kinderen op de achtergrond! Steevast klinkt onmiddellijk daarna een terechtwijzing van ma of pa in Pashto, Arabisch, Twi, Somali en andere thuistalen. Het klinkt vrij vertaald als: ’Bekken dicht, ik praat met mijn leraar!’
Als ik hen meedeel dat de school een hele tijd gesloten blijft, stel ik ook voor om een sociaal medium te gebruiken om informatie over corona te verspreiden. En om oefeningen voor thuis door te geven. Facebook (FB)?
‘Ja, oefenen goed, Dirk’, ‘Ja, ik ken Facebook’ en ‘Dankuwel, mijn lerares (ja, echt!), geen probleem!’ klinken als hemelse muziek in mijn oren. Dus maak ik een nieuwe FB-pagina aan: Dirk Leerpunt Gent. En dan maar hoopvol afwachten.
De volgende dagen gebeurt er ... niets. Ik kijk reikhalzend uit naar meldingen of vriendschapsverzoeken van mijn cursisten, maar nee. Wel een gevoel van ontgoocheling. Verdorie, niemand van mijn cursisten zit ook maar een halve vierkante millimeter op Facebook! Bovendien: ik kan een van mijn cursisten, Solomon uit Ghana, telefonisch niet bereiken. Heeft die een nieuw nummer?
Dirk Leerpunt Gent op WhatsApp
Of probeer ik WhatsApp als platform voor de klas? Enkele alfacollega’s gingen daar ook mee experimenteren. En ik heb de telefoonnummers van mijn klas al opgeslagen op de smartphone. Het is een fluitje van een cent om die toe te voegen aan mijn lijst ‘deelnemers aan de WhatsApp-groep Dirk Klas Leerpunt’. Bemoedigend ook dat ik bij tien van de veertien namen van cursisten de melding ‘Hey there! I am using WhatsApp!’ zie staan. Ik post wat familiefoto’s van mij met Mieke,Nina en Bert en een welkomstwoordje, en rinngg, daar is direct al een eerste reactie van Evelyn, een van mijn meest spreekangstige Ghanese cursisten. Zij vraagt enthousiast om te ‘videochatten’. Wow, goed zo Evelyn! Meteen daarna zie ik op mijn scherm de immer leergierige Bibi Lina uit Afghanistan een kordaat ‘Dag, ik ben Lina.’ typen. I’m in heaven ... Vervolgens verschijnt er een waterval van smileys en emoji’s vanwege Lina, en nog een cursiste, Thanaa uit Syrië. En bedankjes en reacties bij mijn foto’s: ‘Hoed dankjewel, mooi familie, Dirk!’
Een reactie van Nadifo, een oudere gezellige dame uit Somalië met de correct geformuleerde vraag: ‘Ook alles goed met jou, Dirk?’ Dan plots een immens triestige foto gepost door Thanaa: een vertwijfeld huilende verpleger op een corona-afdeling van een ziekenhuis. ‘Wie en waar is dat?’ vergeet ik haar te vragen. En dan meldt zich nog een aspirant-whatsapper aan: Ruqia, ook al een bejaarde dame uit Somalië: ‘Hallo gurup, hier is Ruqia’. Ik geloof mijn eigen ogen niet. Zichzelf aanmelden en inloggen bij WhatsApp?
Zo gaat het de hele dag door, en ook de volgende dagen. Als toegift sturen cursisten mij screenshots (hoe doen ze dat?) van hun experimenten op DigLin+, een online alfabetiseringsprogramma dat ons uitnodigt om de oefenwebsite voor ongeveer een maand gratis uit te proberen. Ik feliciteer de cursisten oprecht met hun resultaten, maar wijs hen er ook op dat ze een beetje doelloos bezig zijn, iets wat ik ook vaak merk in de computerklas op school. Bijvoorbeeld vooraf een schrijfopdracht maken bij woorden die ze eigenlijk eerst zouden moeten leren lezen. Op het kleine schermpje van hun mobiel zie ik hen ook knoeien met ‘matching’ opdrachten: ze moeten veel te ver scrollen om twee woorddeeltjes bij elkaar te passen of om een plaatje en een woordje samen te voegen. Maar ze slagen er toch in om op hun eigen tempo de ‘alfabetcode’ verder te kraken, althans in DigLin+.
Geldt dat dan voor alle cursisten? Nee, eigenlijk alleen voor vijf van de tien die op WhatsApp zitten. Wacht even, nummer elf, Mahdi Hassan uit Irak, heeft zich aangesloten bij het peloton. Hij verontschuldigt zich wel eerst voor zijn late instap want tijdens de werkweek is hij chauffeur voor een pakjesdienst en tja, die doen overuren tijdens deze coronadagen. Niet al mijn cursisten willen hun leerresultaten met de klas delen, maar dat hoeft ook niet. Ik weet dat iemand als Qadergul uit Afghanistan veel te trots is om toe te geven dat hij soms fout zit, maar ik ken hem lang genoeg om te weten dat hij wel op zijn pootjes terecht komt.
Er zijn ook cursisten die van WhatsApp een echt sociaal platform maken. Zo vraagt Evelyn aan de groep of zij al iets hebben gehoord over Solomon. Ze stelt voor om zelf op zoek te gaan via de Prophetic Grace, een Afrikaanse kerk in Gent. Leuk ook om te zien hoe cursisten elkaar complimentjes uitdelen. En ik geniet van de familiekiekjes of van de mooi gekleurde tekeningen. Nadifo en Ruqia durven het zelfs aan om mij zelf opgenomen geluidsfragmentjes (via hun spraakrecorder) te sturen: ‘Hallo Dirk, alles goed met jou?’ hoor ik ze rappen zoals in de riedel die we eerder in de klas hebben geoefend.
Behalve Solomon kan ik ook Fatiha uit Marokko en de Bulgaarse Severina niet bereiken via WhatsApp. Als ik ze even bel, leggen ze mij uit dat ze dat niet zien zitten omdat ze hun privénummer niet met iedereen uit de klas willen delen. Maar ze hebben allebei wel een pagina op Facebook en vragen dan om op die manier met elkaar te communiceren.
Cracks start to show in the system ...
Ik probeer de klas wat te prikkelen met vragen als: ‘Dag iedereen, wat doen jullie vandaag? Of wat maak je klaar voor vanavond?’ en ik stuur foto’s van mijn werkzaamheden in de moestuin of van activiteiten in de keuken. Dan krijg ik plaatjes terug met prachtig handwerk of tafels vol lekkers; het is inmiddels volop ramadan.
Ik merk wel dat ze tijdens de paasvakantie minder bezig zijn met oefenen, ze zeggen zelf dat ze nu minder tijd hebben en meer met hun huishouden bezig zijn. En dat de kinderen thuis veel lawaai maken, en dat die ook moeten werken op Smartschool. Als ze al een laptop hebben op hun kleine appartementje. Of internet. Evelyn en Patiance (uit Nigeria) leggen uit dat ze willen werken nu er toch geen les is; ze werken allebei als poetsvrouw in een schoonmaakbedrijf.
Op vraag van de cursisten stuur ik een ‘papieren’ oefenbundel met de post, het is een thema uit Melkweg, iets wat we al hebben behandeld in de les. Ik vraag hen of het mogelijk is om het na een paar weken terug in te leveren via de brievenbus van de school. Oei, dat wordt moeilijk, zuchten ze. Veel cursisten moeten heel wat bussen en trams nemen om naar Leerpunt te komen, en dat vinden ze nu te gevaarlijk. Dan maak ik een instructiefilmpje (noot 2) bij de correctiesleutel die bij elk hoofdstuk van Melkweg zit. Maar voor de meesten blijft het moeilijk, want we hebben nog nooit met die manier van corrigeren gewerkt. En op afstand evalueren vind ik zélf moeilijk, want hoe weet ik of ze die oefeningen zelf maken? In welke mate helpen de kinderen en hoe? Want nuttige uitleg of ondersteuning geven bij een opdracht is nog iets anders dan ‘voorzeggen’ en mama of papa helpen bij het spieken.
Ondertussen heb ik geleerd hoe ik filmpjes kan maken met Adobe Spark (noot 3) vereenvoudigde, op maat van alfacursisten vervaardigde infovideo’s over nieuwe coronamaatregelen (noot 4) of voorlees- en meeleesverhaaltjes voor het nodige leesplezier! Je maakt er een transparante tekst van met ondersteuning van veel fotomateriaal maar ook met muziek! (noot 5)
Hoe moet het nu verder?
Mijn alfacursisten weten dat ze pas weer naar school kunnen in september, dat ze dan met de module kunnen beginnen waarvoor ze waren ingeschreven in april. Dus voor hen geen WhatsApp meer? Misschien toch wel want zoals het er nu uitziet, zal ons centrum kiezen voor een combinatie van contactonderwijs (het ‘live’ lesgeven) en afstandsonderwijs (digitaal of in ‘papieren vorm’). Daarbij is de rol en het gebruik van de smartphone nog zeker niet uitgespeeld. Maar zowel docenten als cursisten zullen toch nog meer ict-vaardigheden moeten verwerven in het post-corona tijdperk. Hoeveel cursisten werkten er actief mee op WhatsApp? De helft en dan vaak alleen met een directe link naar de oefeningen, dus zonder logins en wachtwoorden. En dan nog liefst met een app die zoon- of dochterlief konden installeren.
Intern onderzoek in ons centrum (noot 6) heeft aangetoond dat men laaggeschoolde, laaggeletterde volwassenen best geen nieuwe leerstof aanbiedt via afstandsonderwijs, maar wel herhalingsoefeningen als verwerking en opfrissing.
Ook instructie en evaluatie horen thuis in een veilige en motiverende klasomgeving. We moeten ons als docenten realiseren dat onze cursisten hun ‘huiswerk’ vaak moeten maken in een klein appartementje, in een chaotisch huishouden, met een veelal haperend wifi of internet. Daarom missen ze zo hard de school, de dynamiek en de interactie tussen de mensen in de klas.
En o ja, hoe zit het met Solomon? Evelyn heeft hem inderdaad gevonden dankzij de Afrikaanse kerkgemeenschap in Gent en zijn nieuwe telefoonnummer doorgegeven via WhatsApp. Bedankt, Evelyn!
———
De auteur is docent (A)NT2 bij het Centrum voor Basiseducatie Gent-Meetjesland-Leieland en redacteur van Les.
Correspondentie: dirk.vocvo@gmail.com
The author is a teacher (A) NT2 at the Center for Basic Education Gent-Meetjesland-Leieland and editor of Les.
Correspondence: dirk.vocvo@gmail.com
Noten
1.Proximus is de naam van een Belgische telecommaatschappij.
2.Instructiefilmpje: https://spark.adobe.com/video/Co1w4rxcwA6Ki
3.Werken met Adobe Spark: https://spark.adobe.com/nl-NL/
4.Infovideo's over coronamaatregelen: https://spark.adobe.com/video/Ps9z1dybMPn2S
5.Video's met voorlees- of meeleesverhaaltjes:
https://spark.adobe.com/video/QPTYDtF652sDr
https://spark.adobe.com/video/pePGljjcahk4u
https://spark.adobe.com/video/nwrS6PD8Ba1so
https://spark.adobe.com/video/v1LbDiXuap0wa
6.Eind mei/begin juni werd er in ons centrum (net zoals in andere Vlaamse centra BE) een werkgroep (Taskforce Blended Learning) opgericht. Centrale vraag van de werkgroep: hoe kan de basiseducatie een antwoord bieden op de vele uitdagingen van het 'post-corona' tijdperk. Hun bevindingen en aanbevelingen aan directie en staf zijn eind augustus/begin september besproken.