Digital Storytelling bij Alfacursisten

 
 

‘Helpen zit in mijn systeem’

Digital storytelling bij alfacursisten


Submitted by Guest Blogger Véronique Van Wassenbergh
Contact: veronique.van_wassenbergh@brusselleer.be

digital-storytelling-feature.jpg

‘Ik ben alleen met alle kinderen en de twee oma’s. Ik doe alles. Dat is moeilijk, maar mijn talent is helpen. Helpen zit in mijn systeem.’ Deze mooie en pakkende woorden spreekt Hawa uit in haar persoonlijke digital story. Veronique Van Wassenbergh vertelt hoe cursisten van hun verhalen een filmpje kunnen maken. Digital storytelling is een methodiek waarbij cursisten geïntegreerd en functioneel werken aan verschillende vaardigheden en sleutelcompetenties.

 Alfa naar werk

Hawa volgt les in een Alfa naar werk-groep bij het Centrum voor Basiseducatie Brusselleer. Cursisten in dit geïntegreerde traject komen vijf tot zes keer per week naar de klas om intensief te werken aan hun mondelinge vaardigheden, aan technisch lezen en schrijven maar ook aan ICT, wiskunde, kaartlezen en andere. Het einddoel van dit traject is richtgraad 1.2 mondeling en 1.1 schriftelijk  (A2 mondeling, A1 schriftelijk uit het Europees Referentiekader). Ondertussen richten cursisten en leerkrachten hun blik naar de toekomst: ‘Wat wil je doen?’, ‘Wat kan je goed?’, ‘Wil je een opleiding volgen?’, ‘Waar wil je werken?’ Tijdens het volledige traject staat de rol ‘werkzoekende’ centraal en werken we nauw samen met de Brusselse Maks vzw, een organisatie die kwetsbare werkzoekenden coacht. Maks begeleidt vanaf de opstart van het traject onze cursisten in hun zoektocht naar werk of een opleiding. 

 In dit Alfa naar werk-project oriënteren we cursisten niet naar één opleiding of beroepsrichting. We kijken naar de interesses, vaardigheden en mogelijkheden van de individuele cursist en bieden een ruime oriëntatie aan. De trajectbegeleider van Maks komt regelmatig in de klas. Samen begeleiden we workshops waarin cursisten kennismaken met de arbeidsmarkt (kenmerken van verschillende beroepen, voorkeuren en wensen van cursisten en andere). Cursisten krijgen een sollicitatietraining aangepast aan hun niveau en maken een digital story over hun talenten.

 Digital Storytelling

Cursisten moeten zicht krijgen op hun talenten: niet alleen om te gaan solliciteren, maar ook om hun zelfbeeld en zelfvertrouwen op te krikken. Nadenken over waar je goed in bent, verlegt de aandacht van de dingen die je nog niet helemaal beheerst: Nederlands spreken, lezen, schrijven, rekenen, overleven in de digitale maatschappij en andere. In digital storytelling focussen we op het positieve. Cursisten reflecteren over hun leven en hun toekomst met een concreet resultaat als einddoel: een zelfgemaakte video van twee à drie minuten.

We nemen uitgebreid de tijd om naar ieders verhaal te luisteren en de groepsdynamiek te bevorderen. Cursisten denken na over hun talenten. Ze zeggen: ‘Ik kan goed koken’, ‘Ik kan goed naaien’. Maar vaak blijft het bij deze aangeleerde standaardformuleringen. In digitale storytelling graven we dieper: ‘Hoe komt het dat je dat goed kan?’,‘Van wie heb je dat geleerd?’ Wij tonen aan cursisten dat iedereen een uniek talent heeft en dat ze in het verleden veel dingen geleerd hebben op een niet-schoolse manier. 

Cursisten leren heel veel tijdens dit project. Ze zijn bezig met mondelinge taalverwerving: cursisten vertellen hun verhaal los van standaardzinnen, grammaticale vormen en vaste structuren. Maar daarnaast werken ze ook aan ICT-vaardigheden. Ze moeten foto’s zoeken, hun verhaal structureren, zichzelf organiseren, plannen, elkaar helpen. Zo komen er heel veel sleutelcompetenties aan bod.

Om de filmpjes authentiek te houden, corrigeren we niet systematisch alle fouten. De inhoud is veel belangrijker dan vormcorrectheid. Door in hun eigen woorden te vertellen, worden de verhalen levensecht.

 Dit proces heeft een veel groter resultaat dan enkel de filmpjes zelf. Cursisten bloeien open, ze vormen een hechte groep en leren elkaar meer waarderen. Het is een project waar we samen als groep aan werken. De cursisten zelf zijn heel trots op het resultaat, maar kijken ook heel positief terug op de vele spreekkansen en het creatieve aspect.

 Zelf aan de slag?

Op de website Mediawijs (www.mediawijsheid.nl) vind je een draaiboek voor digital stories. Er zijn meestal vijf sessies. Binnen Alfa naar werk voorzien we tien sessies omdat we uitgebreid stil staan bij de verhalen en het tempo aanpassen aan onze laaggeletterde cursisten.

 Sessie 1: Wie ben ik?
We beginnen met een aantal kennismakingsoefeningen om het vertrouwen en de spreekdurf te stimuleren. We schetsen het doel van het project: praten over zichzelf en de eigen talenten in het kader van een toekomstige sollicitatie. We maken afspraken rond respect en vertrouwen en peilen naar de verwachtingen van de cursisten. Daarna verkennen we de talenten en kwaliteiten. Er liggen heel veel foto’s op tafel: zowel concrete als meer abstracte. Cursisten nemen een aantal foto’s die bij hen passen en vertellen hierover. Leerkracht en medecursisten vragen door en kunnen eventueel ook andere foto’s of talenten aanbrengen. Het is belangrijk om cursisten uit te dagen over te gaan naar het abstracte en symbolische denken. Een cursist krijgt van een leerkracht een kaartje met een leeuw, iemand anders krijgt een mier. De cursisten denken na waarom en komen zo tot hun sterktes: ik ben een sterke vrouw, ik ben een harde werker. Op het einde van de sessie selecteert elke cursist drie foto’s van talenten die het best bij hem passen.

 Sessie 2: Wat kan ik?
Elke sessie begint met een korte energizer en herhaling van wat er in de vorige sessie aan bod gekomen is. We herhalen de talenten en elke cursist presenteert zichzelf op basis van de foto’s uit de eerste sessie. Daarna tekenen we in kleine groepjes een tijdslijn, waarbij cursisten vertellen over hun verleden, hun kinderjaren, hun ervaringen in België ...  We peilen steeds naar de talenten: ‘Heb je dat talent nodig gehad?’, ‘Wanneer heb je dat geleerd?’ Door alle creativiteit van de cursisten aan te spreken, wordt deze levenslijn een visuele houvast waarbij cursisten hun levensverhaal kunnen vertellen. 

 Sessie 3: Wat wil ik?
Na de energizer doen we een klasgesprek over foto’s: ‘Wie neemt veel foto’s met zijn telefoon?’, ‘Wat is de laatste foto op je telefoon?’ Sommige cursisten tonen spontaan foto’s en vertellen hierover. We stimuleren cursisten om zelf foto’s te nemen die ze kunnen gebruiken in hun video: foto’s van gebouwen, het eten dat ze gekookt hebben, de stapel afwas die thuis staat, hun naaimachine … Ook vandaag herhalen we nogmaals de talenten en het levensverhaal van de cursisten, maar in deze sessie richten we ons vooral op de toekomst. Wat zijn de toekomstdromen van de cursisten? Iedereen maakt een collage met als onderwerp waar hij volgend jaar, binnen vijf jaar en binnen tien jaar wil staan. Cursisten vertellen bij hun collage. We proberen dit steeds te linken aan de talenten: ‘Hoe ga je dit talent inzetten in de toekomst?’

 Sessie 4: Mijn verhaal
We leggen alles samen: de talenten, de levenslijn en de toekomstdromen. Cursisten kiezen het verhaal dat ze in hun digital story willen vertellen. Cursisten vertellen meermaals hun verhaal en een begeleider schrijft dit uit.  

Sessie 5-9: Ik maak mijn film
Vanaf hier komt ook het digitale luik erbij en worden de video’s gemaakt. In de eerste sessies kijken we regelmatig naar een digital story of een ander filmpje zodat cursisten voldoende voorbeelden zien. We tonen verschillende mogelijkheden: filmpjes met foto’s van internet, filmpjes met zelfgemaakte foto’s, stop-motion of een combinatie. Ondertussen doen we regelmatig energizers en associatieoefeningen. Alle taken worden op het bord gezet:

  • Inoefenen van het verhaal;

  • Brainstormen welke foto’s er nodig zijn bij de tekst;

  • Zoeken van foto’s op het internet (groot genoeg + rechtenvrij) of zelf foto’s maken;

  • Indien stop-motion: zoeken van decor + figuren + het stop-motion filmpje maken;

  • Plaatsen van foto’s in juiste volgorde;

  • Opnemen van stem;

  • Monteren: de foto’s bij de stemopname plaatsen;

  • Eventueel toevoegen van muziek;

  • Zoeken van een titel en een titelblad maken;

  • Toevoegen van de aftiteling.

Cursisten behouden de regie en werken individueel of in kleine groepjes aan hun film.

Bepaalde technieken en handelingen worden eerst samen ingeoefend: zoeken naar een (rechtenvrije) foto op internet, kennismaken met het montageprogramma, foto’s invoegen … Dit klinkt allemaal redelijk technisch, maar de cursisten vinden hier verrassend snel hun weg in. Na duidelijke instructies, voorbeelden en repetitie lukt het ook de alfacursisten om dit zelfstandig te doen. De huidige programma’s op iPad of tablet zijn heel gebruiksvriendelijk.

 Sessie 10: Ik toon mijn film
Ook het toonmoment nemen de cursisten in handen. Ze bepalen zelf hoe ze dit invullen en wie ze uitnodigen.

 Nog een aantal tips:

  • Zet alle tafels aan de kant, laat de mappen en werkblaadjes thuis en ga met de cursisten in een cirkel zitten. Het schoolse aspect valt weg en cursisten praten vrijer;

  • Cursisten hebben vaak heel andere leerverwachtingen. Leg hun uit dat dit ook ‘leren’ is. Soms denkt een cursist: ‘We zijn hier nu drie uur aan het praten maar we hebben niets geleerd.’; 

  • Leg duidelijk het doel uit aan cursisten: verhalen vertellen, ervaringen delen maar vooral veel praten over zichzelf. Verwijs daarnaast ook naar het functionele aspect: het filmpje is de basis voor een sollicitatiegesprek;

  • Hou in je achterhoofd dat het eindproduct (het filmpje) bijzaak is. Stuur niet te veel in de keuzes van cursisten. Het is hun verhaal. Zij kiezen wat ze vertellen, en hoe ze hun filmpje aanpakken;

  • Gebruik de taal en de woorden van cursisten;

  • Voorzie veel foto’s en andere visuele ondersteuning. Onderschat de kracht van beelden niet;

  • Laat cursisten bij het inspreken ook het verhaal vertellen. Dit is veel natuurlijker dan zomaar aflezen van het blad. In ons project konden cursisten hun verhaal perfect vertellen bij de foto’s, maar bij het opnemen van de tekst grepen ze terug naar hun blaadje en begonnen ze te lezen. Dit zorgt ervoor dat het eindresultaat minder vlot en spontaan overkomt;

  • Besteed voldoende aandacht aan energizers: deze stimuleren het vertrouwen in de groep, de spreekdurf ...;

  • Geef complimenten, en laat cursisten elkaar complimenten geven;

  • Herhaal alles: de talenten, het vertellen van hun levenslijn en hun toekomstdromen;

  • Werk in kleine groepjes en voorzie extra begeleiders (schakel andere leerkrachten, vrijwilligers, stagiairs in). Schuif door, zodat de cursisten hun verhaal steeds kunnen herhalen in een ander groepje, bij een andere begeleider. Eén begeleider voor een groep van vier cursisten is ideaal; 

  • Zorg voor voldoende tijdschriften, met verschillende afbeeldingen voor het maken van collages. Heb oog voor diversiteit en het dagelijkse: blanke, blonde en magere vrouwen zijn geen weergave van de realiteit;

  • Sommige cursisten spelen met symboliek, andere houden het heel concreet. Een cursiste koos een leeuw, want ook zij is sterk en dapper. Een andere cursist nam een schaar omdat hij graag naait. Stimuleer abstract denken, maar forceer niemand;

  • Blijf niet doorvragen op details. Maak geen cv, maar toon wel een oprechte interesse in het leven van de cursist. Vraag naar de dingen die je nog niet wist over je cursist. Luister veel en aandachtig!; 

  • Stel jezelf open. Als je vraagt naar verhalen van cursisten, is het belangrijk dat je als leerkracht ook bereid bent jouw verhaal te vertellen. Doe volop mee: maak ook een levenslijn en een collage over je dromen;

  • Experimenteer met iPads of tablets. Je hebt geen uitgebreide technische en digitale kennis nodig. Met een iPad en een eenvoudig montageprogramma is het alle cursisten gelukt om een filmpje te monteren en de klank erop te zetten. 

Conclusie

 

Digital storytelling is een waardevolle methodiek voor alfacursisten. Cursisten krijgen meer spreekdurf, bloeien open en leerden in onze module praten over hun talenten en toekomstplannen. Tal van vaardigheden en sleutelcompetenties komen aan bod. Wij hebben het geluk om binnen het project Alfa naar werk gebruik te kunnen maken van de expertise en begeleiding van Maks vzw. Toch zijn we overtuigd dat elke leerkracht, mits een beetje creatief, een groot deel van dit proces in zijn klas kan uitvoeren. Ga op zoek naar de verhalen van je cursisten! Het eindproduct kan een filmpje zijn, maar ook een fototentoonstelling, een uitwisseling met een andere klas of een boek vol persoonlijke verhalen.

Courtesy of Tijdschrift Les. This blog has been published before as an article in volume 208 of Tijdschrift Les, Dutch/Flemish professional magazine for Dutch as a Second Language & LESLLA education.https://www.tijdschriftles.nl/inhoud/?jaar=36

Raichle Farrelly